de zin van het ringenelsa ringenregels en afspraken |  wanneer ringen?


Ringen - Wanneer ringen?

Het ringen gebeurt met een bepaalde spreiding en dekking over Nederland. De basis voor die dekking is vastgesteld middels een onderzoek, uitgevoerd door het NIOO.
De conclusie is, dat er in het hele land meer dan voldoende jonge ooievaars worden geringd, om onderzoek te doen op de ooievaarspopulatie.

Niet vanzelfsprekend

Het initiatief om te ringen kan worden genomen door de nesteigenaar of door een bevoegde ringer. Het doel van het ringen is altijd het onderzoeksbelang. Een nesteigenaar kan niet eisen dat er geringd wordt, omgekeerd kan een ringer dat ook niet.
Alleen als nesteigenaar én ringer groen licht geven, kan er een ringafspraak gemaakt worden.
Het zal duidelijk zijn, dat het ringen van ooievaarsjongen niet vanzelfsprekend is.

Leeftijd jongen

Zodra het contact met de ringer is gelegd, kan worden uitgerekend wanneer het het beste moment is om te ringen. De beste leeftijd van de jongen is 5 weken. De poot is dan dik genoeg en wordt niet meer dikker. Het bovenloopbeen, de tibia, is lang genoeg, zodat de ring niet klemt tussen de buik en het hakgewricht. De jongen houden zich 'dood' als de ringer bij het nest komt. Er breekt geen paniek uit.

Naar boven

Het volgende op te lossen probleem is: hoe komt de ringer boven? Als het nest niet te hoog is (max. 8 meter) en het nest is stevig, dan is een goede ladder voldoende. Bij hogere nesten of bij twijfel aan de stevigheid, is een hoogwerker een goede uitkomst. Kosten hiervoor zijn voor rekening van de nesteigenaar. In sommige gemeenten is de brandweer erg behulpzaam.

Naar beneden

Als er publiek bij is, dan kunnen de jongen mee naar beneden genomen worden. Voor de ringer is dit prettig. De jongen kunnen goed bekeken worden en ze kunnen worden gewogen en gemeten. Dit levert weer aanvullende informatie op. Voor de nesteigenaar is het ook leuk. Je ziet niet elke dag een jonge ooievaar van zo dichtbij. Na het ringen worden de jongen weer op het nest gelegd. De oudervogels komen weer naar het nest en het nestleven gaat verder of er niets gebeurd is.

Uitvliegen

Jonge ooievaars vliegen uit op een leeftijd van 9 tot 10 weken. De jongen zijn daarna nog regelmatig op het nest te vinden. Soms landen ze op een vreemd nest. Dat gaat vaak goed maar kan ook wel geruzie opleveren. Uiteindelijk zullen ze steeds makkelijker de weg naar hun eigen nest terugvinden. Ze overnachten op het nest.

Kosten en haalbaarheid

Het ringen kost veel geld. Ringers maken hun kilometers om bij de nesten te komen en ook de ringen zelf zijn duur. Gemiddeld over heel Nederland kost het ringen van één jonge ooievaar ongeveer € 10,-.
Om de onkosten in de hand te houden, vragen ringers aan nesteigenaren om bij te dragen in de kosten. Als zij dat niet willen of kunnen, dan maakt STORK of de STORK-ringer zelf de afweging of er wel of niet geringd gaat worden.
Ook de haalbaarheid is een belangrijke factor. Als de tijdinvestering van de ringer, of als de inspanning die verricht moet worden, niet opweegt tegen het onderzoeksbelang, dan wordt er ook niet geringd.

Opnames voor VARA's Vroege Vogels tijdens het ringen van het
Beleef de Lente-nest in Gorssel in 2012
> Bekijk film

 

 

 

Als het veilig kan, dan met een ladder
naar boven.

Elsa-ringen kunnen met de hand worden dichtgeklikt.